Dit keer heb ik mijn zinnen gezet op de Italy Divide: een “exciting and unsupported bikepacking adventure and trailrunning route trough Italy”, zo belooft de website. De Italy Divide is goed voor 900 kilometer fietsen met 25.000 hoogtemeters over gravelpaden en af en toe een MTB-stukje. Zo doorkruis je onder meer Rome, Siena, Firenze, Bologna en Mantova. Omdat je een fietsavontuur niet vroeg genoeg kunt beginnen, stap ik al een dag vóór het officiële vertrek aan het Colosseum in Rome de trein op in Gent, goed voor een treinreis van 20 uur. Principieel probeer ik mijn vliegkilometers namelijk te beperken. Stakingen in Frankrijk zorgden ervoor dat ik niet de kortste weg kon nemen.

Daarom koos ik ervoor 7 uur te sporen naar München met drie uur lunchpauze. Ik verken met mijn veel te grote koffer het station en blijf bijna te lang hangen bij enkele lukrake passanten die prachtige pianostukjes spelen, lang leve #123Piano! Op de slaaptrein naar Rome kan ik schaapjes tellen. Met de trein reizen is heerlijk rustig. Je ziet mooie landschappen voorbijglijden, je hebt tijd voor muziek of een podcast luisteren en om wat te lezen. Ik had ‘t geluk dat de nieuwe Grinta! die net op tijd in mijn bus was gevallen. Ik wisselde gepieker – “Heb ik alles bij?” “Zou er deze reis weer iets stuk gaan?” – af met mails bijwerken en bijbabbelen met vrienden aan de telefoon.

Om 9 uur ‘s ochtends arriveer ik in Rome. Dat geeft me nog tien uur de tijd om mijn fiets in elkaar te puzzelen en met Philip Malcolm een snelle testrit te doen. Al na 2km, om 13.31 uur om precies te zijn slaat het noodlot toe. Philips windvestje draait tussen zijn versnelling, maakt de derailleur en het bijbehorende pad stuk. In een rotvaart proberen we zijn fiets naar een singlespeed om te bouwen, maar de ketting blijft van het tandwiel lopen. Telkens als we erin slagen de ketting onder spanning te krijgen, loopt de band tegen het frame aan. Vervelend!

De gastheer van de Warmshowers waar Philip logeert, stelt voor dat Philip zijn oude titanium MTB mag gebruiken. Dus bouwen we die maar om naar Philips wensen. Het frame blijkt te klein voor een framebag én twee drinkbussen, dus geef ik hem mijn Camelbag. Met die ‘nieuwe’ fiets trekken we naar de briefing. Minpunt: er ligt ongelooflijk veel zwerfvuil aan de start. Dat is deels ook ons zwerfvuil, omdat de organisatie het heeft nagelaten een vuilnisbak of wc te plaatsen. Die zijn er een volgende editie hopelijk wel.

Na de briefing is er nog een uur tijd om in de zone te komen, daarna duiken we de nacht in. Omdat mijn conditie het niet toelaat, streef ik geen toptijd na. Het wordt, in plaats daarvan, genieten van the beauty and the bike tijdens dit avontuur. De start laat op de avond moet ons stimuleren om ‘s nachts te rijden. Het valt me op dat veel deelnemers slecht verlicht de nacht ingaan: zonder fluohesje, met een flauw lichtje. Daar hou ik niet zo van – better safe than sorry! Daarom heb ik me voorgenomen de eerste avond niet ver buiten Rome een geschikte rustplaats te zoeken. Tot die eerste rust geniet ik met de fiets van de Italiaanse chaos en de mooie omgeving. Het bezoek aan Rome was kort, maar genoeg om te weten dat ik er wil terugkeren, met Marie en de meisjes. Misschien een mooie fietsuitdaging voor 2019?

Om 5 uur ‘s ochtends maak ik me opnieuw klaar om de weg verder te zetten. Ik heb er veel zin in. Mijn Garmin helaas niet. Hij wil de track niet laden en ik heb geen back-up voorzien. Gelukkig passeert April net. Ik kan voorlopig bij haar aanpikken, terwijl ik 20 minuten lang de Garmin aan de praat probeer te krijgen. Niets helpt! Tien kilometer verder rijd ik lek. Andere deelnemers ophouden voor zo’n akkefietje wil ik niet, dus laat ik April gaan. Er passeren vast andere deelnemers.

In een koffiebar stop ik voor een ontbijt. Ondertussen zoek ik een oplossing. Navigeren op een gsm met de Garmin Connect-app blijkt in elk geval niet handig. Raak ik het scherm aan, dan verdwijnt de route – Garmin vermoedt dan immers (onterecht!) dat ik ze wil bewerken. De kaart draait niet mee en elke 15 seconden valt het scherm uit. En dat terwijl het volgende dorp toch nog een eindje weg blijkt, met een prachtig riviertje en mooie landschappen als troostprijs op de weg ernaartoe. Ik doe een hulp-oproep op Facebook en die levert flink wat respons op – dank je wel iedereen! Ik volg het eerste advies van Rudi, een heel ervaren langeafstandsfietser en eigenaar van Pervelo in Gent. Na de koffie verloopt alles dan ook een stuk vlotter.

De exploro blijkt alweer een perfecte metgezel: wat heeft dit ros me al veel plezier bezocht. De route is mooi, de Strade Bianche rollen goed weg, beter en comfortabeler zelfs dan vele tertiaire wegen in asfalt. Want daar hebben de Italianen wel een handje van weg, van slechte asfalt – denk dus niet dat het in België slecht gesteld is met het wegennet. Het lijkt wel of ze er sinds de Romeinen niets meer aan gedaan hebben. Zo kom ik bij een afdaling terecht waarvan ik denk: “Oké, ik dacht dat Carrefour de l’Arbre er slecht bij lag, maar blijkbaar kan het nog een pák slechter.” Vergelijk het met de Kwaremont afdalen nadat die 2000 jaar lang niet onderhouden zou worden. Het is heerlijk uitdagend, maar toch ben ik blij dat de lauf bestaat – de perfecte vork voor dit parcours.

Vandaag wachten mij technisch gezien weinig moeilijke stukken en toch bolt het niet zoals het moet. Gisteren vergat ik echt goed te eten, het ontbijt vanmorgen nam ik pas tegen een uur of 10. De zon schijnt flink door – het is makkelijk 30°C – terwijl ik weinig waterkraantjes of winkels tegenkom (of ik kijk niet goed, dat kan ook). Ik besluit de zon uit te vluchten. Een half uur later geniet ik van een ijsje en beslis ik om een dutje te doen achter een mooie haag. Ik merk immers dat ik hoofdpijn heb en weinig helder denk. Ik vergat mijn drinkbussen opnieuw te vullen, terwijl ik sowieso al te weinig vocht binnen had.

Ik weet wat die beslissing betekent: niet op tijd aan de finish raken, zeker omdat ik ook vannacht niet rijden wil. Maar dat is dan maar zo! Om 16 uur ga ik weer de fiets op. Jammer genoeg kom ik twee uur lang opnieuw geen water tegen. Aan een afgelegen hotelletje, dat vlak voor een zware klim ligt, beslis ik om deftig bij te tanken. En morgen zien we dan wel weer. Ik fietste vandaag 5 uur minder dan voorzien, en ben dan ook niet geraakt waar ik wilde zijn, maar ik heb heel erg genoten van fietsen en van buiten zijn. Vierentwintig uur na de start is me dus al duidelijk dat ik de finish niet haal op 1 mei. Maandag neem ik wellicht de trein naar de finish. Tot die tijd blijf ik met veel plezier doorfietsen. Een andere optie is er niet, want de spot moet terug naar de organisator en ik moet mijn fietskoffer ophalen. En, niet onbelangrijk: ik moet 3 mei ook gewoon gaan werken :-). Maar geen zorgen: eerst slapen en dan morgen door naar…

Heerlijk geslapen in een piepend bed in Casa di Mama. Als ontbijt start ik het dessert van gisteren. Na cake, antipasti, pasta en soep was dat dessert er gisteren namelijk te veel aan. Lekkere kaas met confituur, ricotta en honing: alles is zelf gemaakt. Deze zeer afgelegen B&B had voor mij op geen betere moment kunnen komen. Verwend worden door een Italiaanse mama en het gravelstof van me afspoelen: dat doet een mens deugd. Klein nadeel van de B&B: het (te) late vertrek. De moederkloek wil immers echt héél zeker zijn dat ik genoeg gegeten heb, en dat ik genoeg te eten en te drinken mee heb. Na de afscheidsfoto stopt ze me nog drie appels toe voor onderweg.

En daar ga ik dan…. Beginnen doe ik met 10 km klimmen naar Montepulciano. Ik maak me de bedenking dat echt elke stad of dorp (of zelfs een eenzaam huis) hier boven op de heuvels gebouwd is. Gevolg: je mag elke keer het ‘zacht glooiende’ landschap door en blijft nooit in de vallei. ‘Zacht glooiend’ mag je met een korrel zout nemen: zo voelt het niet aan als je recht naar boven stuurt. Maar ik geniet hard tussen de wijn- en olijfgaarden. De weidse landschappen doen me vergeten dat ik eigenlijk in een wedstrijd gestart ben. Ik ben voor de derde keer in Toscane en nam nog nooit tijd om echt rond te kijken. Deze keer wel. Het probleem is dat er achter iedere bocht of heuveltop een nieuwe foto wacht. Zoveel tijd heb ik niet. Minstens tachtig procent van die potentiële foto’s sla ik dus toch maar over.

Ik zet de weg richting Siena verder. Wat me opvalt is dat iedere pijl naar Siena gezellig genegeerd wordt en we er met de fiets ongeveer de dubbele afstand over doen. Dat is geen straf in dit Toscaanse schilderij, al brandt de zon ongenadig hard en is rijden tussen 13.00 en 15.30 bijna onmogelijk. Net als vorig jaar in de Tuscany Trail krijg ik in het mooie natuurgebied ten zuiden van Siena een hongerklop. Ik mix dan maar mijn laatste bus water met 3 gellekes als laatste redmiddel en verlaat de track om in Asciano eten te zoeken. Die pizza smaakt me zó hard!

Daarna kruis ik opnieuw de rivier om mijn weg verder te zetten. Op Monte Sante Marie treedt het duister in en trek ik mijn kamp op voor de nacht – zo ben ik toch een beetje bij Marie! Ik zet er ‘s ochtends vroeg mijn weg verder richting Siena. Ik heb enkel een appel en water voor het eerste uur fietsen: gisteren geen winkel meer open gevonden. Nu ja, een nuchtere training schijnt goed te zijn 😉. De landschappen blijven adembenemend hier, en aan de horizon verschijnen de torens van Siena, maar het pad lijkt er nog steeds van weg te draaien. Tot ik plots onder een spoorweg doorrijd en de stad binnenrij. Op de Piazza del Campo rij ik denkend aan hoe Tiesj Benoot hier, in het Italiaanse Gent, zichzelf de geschiedenisboeken inreed.

Ik neem een cappuccino, mijn nieuwe Italiaanse geliefde, terwijl ik dit schrijf. Ik bedenk me dat ik de tijd moet nemen om deze mooie stad echt te bezoeken, de volgende keer, als ik hierheen kom, waarschijnlijk voor l’Eroica 2019 of 2020. Met die gedachte stap ik opnieuw op de fiets en rij ik de horizon tegemoet, naar Firenze. De loden zon doet haar werk weer, al is er vandaag al eens een wolkje die mijn rode armen een beetje rust verschaft. Water is nog altijd het belangrijkste op deze trip. Ik wil niet weten hoeveel liter ik er al heb doorgejaagd, en kraantjes zijn jammer genoeg veel schaarser als vorig jaar tijdens de Tuscany Trail.
Het parcours blijft spelen op en rond het parcours van de l’Eroica. Zo is een passage door Radda in Chianti dan ook onvermijdelijk, het zoveelste pittoreske dorpje in Toscane. Tijd om iets te doen wat ik nog nooit deed op zo een fietstrip: een souvenir kopen voor twee wonderleuke meisjes die samen met hun mama de hele tijd in mijn hoofd meefietsen. Op restaurant bestel ik een glas Chianti bij mijn ravioli van gorgonzola en peer, en ik neem tiramisu achteraf. Ik krijg hier waarschijnlijk spijt van, maar hé, zonder tiramisu is een reis in Italië niet af. De maaltijd is te zwaar, ik zal vandaag niet meer in Firenze raken. Maar de race is me toch al lang vooruitgesneld. Dus wil ik morgen van Firenze genieten en daar de trein nemen naar Lago di Garda. Deze wondermooie en deugddoende trip blijkt alles behalve een perfecte Italy Divide, maar is precies daardoor de beste vakantie in jaren.